HOOFDSTUK 11

Het reality distortion field

Spelen volgens zijn regels

Fig.11.1.tif

Het oorspronkelijke Mac-team in 1984: George Crow, Joanna Hoffman, Burrell Smith, Andy Hertzfeld, Bill Atkinson en Jerry Manock

Toen Andy Hertzfeld bij het Mac-team kwam, werd hij door Bud Tribble, de andere softwareontwerper, op de hoogte gesteld van de enorme hoeveelheid werk die hen nog te wachten stond. Jobs wilde het afgerond hebben in januari 1982, minder dan een jaar later. ‘Dat is geschift,’ merkte Hertzfeld op. ‘Dat kan nooit.’ Tribble antwoordde dat Jobs feiten die op het tegendeel wezen, niet accepteerde. ‘De beste manier om de situatie te beschrijven is met een term uit Star Trek,’ legde Tribble uit. ‘Steve heeft een reality distortion field.’ Toen Hertzfeld hem vol onbegrip aankeek, ging Tribble verder. ‘In zijn aanwezigheid is de werkelijkheid te verdraaien. Hij kan iedereen van bijna alles overtuigen. Dat slijt weer weg als hij niet in de buurt is, maar het maakt het moeilijk om je aan realistische tijdschema’s te houden.’

Tribble vertelde dat hij de uitdrukking had overgenomen uit de beroemde ‘Menagerie-episodes’ van Star Trek, ‘waarin de aliens hun nieuwe wereld scheppen door uitsluitend hun mentale kracht te gebruiken.’ Hij zei dat hij er zowel complimenteus mee wilde zijn als een waarschuwing wilde geven. ‘Het was gevaarlijk om in Steve’s werkelijkheidsbeeld te worden opgenomen, maar dat was wel waardoor hij in staat was de werkelijkheid te verdraaien.’

In het begin dacht Hertzfeld nog dat Tribble wel zou overdrijven. Maar nadat hij twee weken lang Jobs aan het werk had gezien, begon hij het verschijnsel zorgvuldig te observeren. ‘Het reality distortion field was een verwarrend mengsel van een charismatische retorische stijl, een onbuigzame wil en een vurige wens om feiten te verdraaien in de richting van het doel,’ vertelde hij.

Er was weinig dat je tegen zijn kracht kon beschermen, ontdekte Hertzfeld. ‘Vreemd genoeg leek het reality distortion field altijd effectief, ook als je je er bewust van was,’ zei hij. ‘Vaak bespraken we mogelijke technieken om er buiten te blijven, maar na een tijdje gaven de meesten van ons dat op en aanvaardden het als een natuurkracht.’ Toen Jobs op een gegeven moment had bepaald dat het sodawater in de koelkast in het kantoor vervangen moest worden door biologische sinaasappelsap en wortelsap van Odwalla, liet iemand van het team T-shirts maken met op de voorkant ‘Reality Distortion Field’ en op de achterkant ‘Het zit hem in het sap!’

In zekere zin was het gebruiken van de uitdrukking reality distortion field zeggen dat Jobs de neiging had om te liegen. Maar het was eigenlijk een complexe vorm van veinzen. Hij beweerde dingen – of het nu iets was uit de wereldgeschiedenis of een verslag van wat iemand had gezegd tijdens een vergadering – zonder rekening te houden met de waarheid. Het kwam voort uit het moedwillig trotseren van de werkelijkheid, niet alleen tegenover anderen, ook tegenover zichzelf. ‘Hij kan zichzelf bedriegen,’ aldus Bill Atkinson. ‘Daardoor is hij in staat om mensen zover te krijgen dat ze in zijn visie gaan geloven, omdat hij die persoonlijk heeft omarmd en geïnternaliseerd.’

Er zijn natuurlijk veel mensen die de werkelijkheid verdraaien. Als Jobs het deed, dan was het gewoonlijk een tactiek om iets voor elkaar te krijgen. Wozniak, die van nature net zo eerlijk was als Jobs tactisch, verbaasde zich erover hoe effectief het kon zijn. ‘Zijn verdraaiing van de werkelijkheid begint als hij een onlogisch toekomstbeeld voor zich ziet, zoals zijn opmerking tegen mij dat ik het computerspelletje Break-out in een paar dagen zou moeten ontwerpen. Je beseft dat het niet waar kan zijn, maar op een of andere manier maakt hij dat het waar lijkt.’

Als leden van het Mac-team in zijn reality distortion field gevangen waren, werden ze bijna gehypnotiseerd. ‘Hij deed me denken aan Raspoetin,’ vertelde Debi Coleman. ‘Hij richtte zijn laserstraal op je en knipperde nooit. Het deed er niet toe of hij paarse Kool-Aid aanbood, je dronk het op.’ Maar net als Wozniak geloofde ze dat het reality distortion field kracht verschafte: daardoor kon Jobs zijn team inspireren om de loop van de computergeschiedenis te veranderen met niet meer dan een fractie van de financiële middelen van Xerox of IBM. ‘Het was een self-fulfilling distortion,’ volgens Debi, een verdraaiing van de werkelijkheid die vanzelf waar werd. ‘Je deed het onmogelijke omdat je niet besefte dat het onmogelijk was.’

Aan de basis van de verdraaide werkelijkheid lag Jobs’ diepe en onwrikbare geloof dat de regels niet op hem van toepassing waren. Hiervoor had hij een paar aanwijzingen: in zijn jeugd was hij vaak in staat geweest de werkelijkheid om te buigen naar zijn wil. Maar de dieper gewortelde basis van dit geloof dat hij regels kon negeren, was de opstandigheid en koppigheid die in zijn karakter zaten. Hij had het gevoel dat hij bijzonder was; een uitverkorene en een verlichte. ‘Volgens hem zijn er maar weinig mensen die bijzonder zijn – mensen zoals hij en Einstein en Gandhi en de goeroes die hij in India had ontmoet – en hij is een van hen,’ aldus Hertzfeld. ‘Dat heeft hij eens tegen Chrisann gezegd. Hij heeft er zelfs een keer tegen mij op gezinspeeld dat hij verlicht was. Het leek wel Nietzsche.’ Jobs heeft de filosoof Nietzsche nooit bestudeerd, maar diens concept van de ‘wil tot macht’ en de bijzondere aard van de Übermensch begreep hij van nature. Uit Also sprach Zarathustra: ‘De geest wil nu zijn eigen wil, en wie verloren is geweest voor de wereld, verovert nu de wereld.’ Als de werkelijkheid niet strookt met zijn wil, dan negeerde hij haar, zoals hij had gedaan met de geboorte van zijn dochter Lisa en jaren later zou doen toen kanker bij hem werd geconstateerd. Zelfs in kleine, alledaagse uitingen van opstandigheid, zoals het niet op zijn auto laten schroeven van kentekenplaten en parkeren op een invalidenparkeerplaats, deed hij alsof regels en werkelijkheid niet voor hem golden.

Een ander belangrijk aspect van Jobs’ wereldbeschouwing was zijn manier om dingen in een van twee categorieën onder te brengen; daar tussenin zat niets. Mensen waren ‘verlicht’ of ‘een klootzak’. Hun werk was ‘het allerbeste’ of ‘complete shit’. Bill Atkinson, de Mac-ontwerper die aan de goede kant terecht was gekomen, beschreef hoe dit zat.

==

Het was moeilijk werken onder Steve, omdat er een grote tegenstelling was tussen goden en shitheads. Was je een god, dan stond je op een voetstuk en kon je niets fout doen. Degenen onder ons die als goden werden beschouwd, zoals ik, wisten dat we in werkelijkheid sterfelijk waren en verkeerde ontwerpbesluiten namen en scheten lieten als iedereen, en dus waren we altijd bang dat we van ons voetstuk geschopt zouden worden. Degenen die shitheads waren, briljante ontwerpers die heel hard werkten, hadden het gevoel dat ze toch nooit gewaardeerd zouden worden en ooit boven hun status uit zouden kunnen stijgen.

Maar deze categorieën waren niet onveranderlijk. Vooral als zijn uitspraken over ideeën gingen in plaats van over mensen, kon Jobs heel snel van mening veranderen. Toen Tribble Hertzfeld vertelde over het reality distortion field, waarschuwde hij er met name voor dat Jobs zich kon gedragen als wisselstroom met een wel heel hoge spanning. ‘Alleen omdat hij je zegt dat iets verschrikkelijk is of fantastisch, wil dat nog niet zeggen dat hij dat morgen nog vindt,’ legde Tribble uit. ‘Als je hem vertelt over een nieuw idee, dan zegt hij gewoonlijk dat het volgens hem stom is. Maar als hij het toch iets vindt, dan kan hij precies een week later bij je terugkomen en je jouw eigen idee vertellen alsof hij het zelf heeft bedacht.’

Het lef van deze pirouettetechniek zou Djaghilev verbaasd hebben. ‘Als een argumentatie niet overtuigend genoeg was, schakelde hij snel over naar een andere,’ legde Hertzfeld uit. Soms bracht hij je van je stuk door plotseling jouw argumenten als de zijne te beschouwen zonder toe te geven dat hij er ooit anders over had gedacht.’ Dat overkwam Bruce Horn, de programmeur die hij met Tesler van Xerox PARC had weggelokt, herhaaldelijk. ‘De ene week vertelde ik hem over een idee dat ik had en dan zei hij dat het geschift was,’ aldus Horn. ‘De week daarop kwam hij naar me toe en zei dan: “Hé, ik heb een goed idee.” En dat was dan mijn idee! Je wees hem daar dan op en zei dan tegen hem: “Steve, dat heb ik je een week geleden zelf verteld.” Dan zei hij, “Yeah, yeah, yeah,” en dan ging hij gewoon verder.’

Het leek wel alsof er in Jobs’ hersenen iets ontbrak wat de hoogste pieken van zijn impulsieve meningen een beetje kon temperen. Daarom adopteerde het Mac-team in het overleg met Jobs een concept uit de audiowereld: een low-pass filter of ‘laagdoorlaatfilter’ (dat alleen het lage deel van de signalen doorlaat). Bij de verwerking van zijn input leerden ze de amplitude van zijn high-frequency signalen naar beneden te halen. Dat diende om te zorgen voor een minder hectisch bewegend gemiddelde van zijn voortdurende gedrag. ‘Na een paar cycli waarin hij afwisselend tegengestelde uiterste standpunten innam,’ aldus Hertzfeld, ‘leerden we hoe we zijn signalen het low-pass filter konden laten passeren en niet meer te reageren op die pieken.’

Werd Jobs’ ongefilterde gedrag veroorzaakt door een gebrek een emotionele gevoeligheid? Nee. Bijna het tegengestelde. Hij was juist heel emotioneel. Hij bezat het enge vermogen om mensen te kunnen beoordelen en achter hun psychologische sterke en zwakke punten en onzekerheden te komen. Hij kon een nietsvermoedend slachtoffer shockeren met een emotionele uitbarsting, die precies aankwam. Hij wist intuïtief wanneer iemand deed alsof of echt iets wist. Hierdoor was hij een meester in inpalmen, strelen, overhalen, vleien en intimideren. ‘Hij had dat enge vermogen om precies te weten wat je zwakke punt was, wat het was waardoor je ineenkromp, wat je deed terugdeinzen,’ aldus Joanna Hoffman. ‘Dat is een gebruikelijk trekje in mensen met charisma, die weten hoe ze mensen moeten manipuleren. De wetenschap dat hij je kan vermorzelen zorgt ervoor dat je je zwak voelt en naar zijn instemming hunkert, en dan kan hij je verheffen en op een voetstuk plaatsen en je bezitten.’

Er zaten ook positieve kanten aan. Mensen die niet vermorzeld waren, werden er sterker van. Ze deden hun werk beter, zowel uit angst als uit verlangen om hem te behagen en het besef dat dat van hen werd verwacht. ‘Zijn gedrag kon emotioneel uitputtend zijn, maar als je dat overleefde, dan werkte het,’ aldus Hoffman. Je kon je ook – soms – verzetten en niet alleen overleven, maar zelfs bloeien. Dat werkte niet altijd: Raskin had het geprobeerd en er enige tijd succes mee gehad, waarna hij alsnog vermorzeld werd. Maar als je rustig, zelfverzekerd en correct was, als Jobs zich een oordeel over je vormde en besloot dat je wist waar je mee bezig was, dan had hij achting voor je. Zowel in zijn persoonlijke leven als in zijn professionele zaten er in het kringetje om hem heen altijd meer sterke mensen dan slappelingen.

Het Mac-team wist dat. Vanaf 1981 reikte het ieder jaar een prijs uit aan degene die Jobs het beste had weten te weerstaan. Die prijs was natuurlijk bedoeld als grap, maar had een serieus kantje; en Jobs wist ervan en vond het leuk. In het eerste jaar won Joanna Hoffman hem. Ze kwam uit een Oost-Europese vluchtelingenfamilie en had een sterk temperament en een eigen wil. Op een dag had ze bijvoorbeeld ontdekt dat Jobs haar verkoopverwachtingen had bijgesteld op een manier die ze volledig onwerkelijk vond. Woedend liep ze naar zijn kantoor. ‘Terwijl ik de trap opliep, zei ik tegen zijn assistente dat ik een mes ging pakken en het recht in zijn hart zou planten,’ herinnert ze zich. Al Eisenstat, de bedrijfsadvocaat, kwam aanrennen om haar tegen te houden. ‘Maar Steve liet me uitpraten en trok het terug.’

Hoffman won de prijs opnieuw in 1982. ‘Ik herinner me dat ik jaloers was op Joanna, omdat zij Steve wel eens tegensprak en ik het lef er nog niet voor had,’ vertelde Debi Coleman, die dat jaar bij het Mac-team was gekomen. ‘Maar in 1983 kreeg ik die prijs. Ik had geleerd dat je moest blijven staan achter waarin je geloofde, en Steve respecteerde dat. Daarna kreeg ik promoties van hem.’ Uiteindelijk zou ze hoofd productie worden.

Op een dag kwam Jobs naar het bureau van een van Atkinsons ontwerpers en riep zoals gebruikelijk: ‘Dit is rotzooi.’ Atkinson vertelde: ‘De man zei, “Nee, dat is het niet, het is zelfs de beste manier” en legde Steve uit hoe hij het had gedaan en waarom.’ Jobs zei niets meer. Atkinson leerde zijn team om Jobs’ woorden door een vertaalmachine te halen. ‘We leerden “Dit is rotzooi” te interpreteren als de vraag: “Vertel mij waarom dit de beste manier is om het te doen.”’ Maar dit verhaal had een staartje dat Atkinson even leerzaam vond. De technicus vond na een tijdje een nog betere manier om de functie te laten verlopen waarop Jobs kritiek had gehad. ‘Hij ging het nog beter doen omdat Steve er iets van had gezegd,’ aldus Atkinson, ‘wat laat zien dat je hem wel kunt negeren, maar dat je ook naar hem moet luisteren, want meestal heeft hij gelijk.’

Jobs’ humeurige gedrag werd deels ingegeven door zijn zucht naar perfectie en zijn ongeduld met mensen die praktische – en zelfs zinnige – compromissen sloten om een product op tijd en binnen het budget klaar te hebben. ‘Hij deed niet graag aan compromissen,’ vertelde Atkinson. ‘Hij was een controlerende perfectionist. Wie zijn product niet perfect wilde maken, was een sukkel.’ Dat gold bijvoorbeeld voor Adam Osborne, die op de West Coast Computer Faire in april 1981 de eerste echt draagbare computer introduceerde. Hij was niet heel bijzonder – met een 5-inch scherm en niet veel geheugen – maar hij deed het tenminste. En Osborne sprak de beroemde woorden: ‘Adequaat is voldoende. Al het andere is overbodig.’ Jobs vond dat hele idee moreel verwerpelijk en maakte Osborne nog dagenlang belachelijk. ‘Die vent snapt het gewoon niet,’ schimpte hij terwijl hij door de gangen van Apple liep. ‘Hij maakt geen kunst, hij maakt shit.’

Op een dag kwam Jobs naar het bureau van Larry Kenyon, de ontwerper die aan het besturingssysteem van de Macintosh werkte, om te klagen dat het opstarten te lang duurde. Kenyon begon het uit te leggen, maar Jobs onderbrak hem. ‘Als je daarmee een mensenleven kan redden, zou je dan een manier kunnen vinden om tien seconden van de opstarttijd af te halen?’ vroeg hij. Kenyon moest toegeven dat hij dat in dat geval waarschijnlijk wel zou kunnen. Jobs ging naar een whiteboard en liet zien dat, als vijf miljoen mensen een Mac gebruikten en het iedere dag tien seconden extra kostte om op te starten, dat dat dan in totaal iets van vijf miljoen uren per jaar waren die de mensen zouden besparen, en hoeveel mensenlevens dat wel niet zouden zijn. ‘Larry was terecht onder de indruk en kwam een paar weken later met een nieuwe versie, die 28 seconden sneller opstartte,’ aldus Atkinson. ‘Steve kon motiveren door naar het grotere geheel te kijken.’

Het gevolg was dat het hele Macintosh-team Jobs’ passie ging delen voor het maken van een geweldig product, niet alleen een winstgevend product. ‘Jobs zag zichzelf als een kunstenaar en hij moedigde de rest van het ontwerpteam aan om zichzelf ook zo te zien,’ aldus Hertzfeld. ‘Het doel was nooit om de concurrentie te verslaan of om een hoop geld te verdienen; het ging om het best mogelijke te maken, of zelfs nog een beetje beter.’ Jobs nam het hele team zelfs een keer mee naar een tentoonstelling van glaswerk van Tiffany in het Metropolitan Museum in Manhattan, omdat hij dacht dat ze nog wat konden leren van Louis Tiffany, die geweldige kunst schiep die in grote aantallen geproduceerd kon worden. ‘We hadden het erover dat Louis Tiffany niet al die dingen eigenhandig had gemaakt, maar in staat was zijn ontwerpen op andere mensen over te dragen,’ vertelde Bud Tribble. ‘Wij zeiden tegen onszelf: “Hé, als we dan toch dingen gaan maken in ons leven, dan kunnen we ze net zo goed heel mooi maken.”’

Is dit stormachtige en beledigende gedrag van Jobs nu eigenlijk wel noodzakelijk geweest? Vermoedelijk niet, en het was ook niet gerechtvaardigd. Er bestonden andere manieren om zijn team te motiveren. De Macintosh zou een fantastische machine worden, maar hij lag heel ver achter op het tijdschema en het budget werd zwaar overschreden dankzij Jobs’ impulsieve bemoeienis. Ook waren er kosten te betreuren in de vorm van onmenselijk behandelde gevoelens, waardoor een groot deel van het team onder een burn-out zou lijden. ‘Steve had net zoveel bij kunnen dragen zonder dat er allerlei verhalen rondverteld zouden worden over hoe hij mensen terroriseerde,’ aldus Wozniak. ‘Ik ben liever wat geduldiger en hou niet van al die conflicten. Volgens mij kan een bedrijf een goede familie zijn. Als het Macintosh-project op mijn manier gegaan was, dan zou het waarschijnlijk een puinhoop zijn geworden. Maar ik denk dat als het een mix geweest was van onze beide stijlen, het beter zou zijn geweest dan de manier waarop Steve het in zijn eentje heeft geleid.’

Er zaten echter ook enkele positieve kanten aan Jobs’ stijl. De werknemers van Apple raakten doortrokken van een blijvende hartstocht om baanbrekende producten te maken en het geloof dat zij het schijnbaar onmogelijke voor elkaar konden krijgen. Ze lieten T-shirts maken met de tekst ‘90 uur per week en met plezier!’ Uit angst voor Jobs, samen met een ongelooflijke sterke drang om indruk op hem te maken, stegen ze boven zichzelf uit. En niet alleen verbood hij zijn team concessies te doen waardoor de kosten van de Mac laag zouden blijven en hij eerder op de markt zou komen, ook wilde hij niet dat ze slechte compromissen sloten die vaak doorgingen voor verstandige concessies.

‘Ik heb in de loop der jaren geleerd dat als je echt goede mensen hebt, je ze niet in de watten hoeft te leggen,’ verklaarde Jobs later. ‘Door grote dingen van hen te verwachten, kun je hen grote dingen laten doen. Het oorspronkelijke Mac-team leerde mij dat A+-spelers graag samenwerken, en ze houden er niet van dat je B-werk tolereert. Vraag maar aan iedereen van dat Mac-team. Ze zullen je vertellen dat het de moeite waard was.’

De meesten bevestigen dat. Debi Coleman vertelt dat hij tijdens een vergadering kon roepen: ‘Jij, klootzak, jij doet ook nooit iets goed.’ ‘Dat kwam om het uur voor. En toch beschouw ik me als de absoluut gelukkigste mens in de wereld dat ik met hem heb gewerkt.’

Steve Jobs de biografie
titlepage.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_000.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_001.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_002.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_003.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_004.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_005.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_006.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_007.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_008.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_009.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_010.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_011.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_012.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_013.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_014.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_015.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_016.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_017.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_018.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_019.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_020.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_021.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_022.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_023.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_024.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_025.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_026.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_027.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_028.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_029.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_030.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_031.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_032.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_033.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_034.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_035.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_036.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_037.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_038.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_039.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_040.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_041.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_042.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_043.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_044.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_045.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_046.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_047.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_048.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_049.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_050.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_051.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_052.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_053.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_054.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_055.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_056.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_057.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_058.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_059.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_060.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_061.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_062.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_063.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_064.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_065.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_066.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_067.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_068.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_069.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_070.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_071.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_072.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_073.xhtml
Steve Jobs de biografie_split_074.xhtml